Primaire Reflexen
Tijdens de baarmoederperiode ontwikkelt een mens een aantal Overleving Reflexen ofwel Primaire Reflexen. Volgens de natuurlijke ontwikkeling van een baby, dienen deze Reflexen tijdens het eerste levensjaar onder controle gebracht te worden. Wanneer dit echter niet gebeurt, beschikt men over een zeer wankele basis van het zenuwstelsel, waarop bovendien de gehele persoonlijkheid gebouwd wordt.
Tijdens de therapie wordt er op drie vlakken gewerkt nadat er een inventarisatie van de nog ongeremd aanwezige Primaire Reflexen gemaakt is:
• Het geven van beweging informatie aan het zenuwstelsel, waardoor de Primaire Reflexen alsnog onder controle worden gebracht. Dit gaat gepaard met ontspanning.
• Het opsporen van de oorzaak van de ongeremde aanwezigheid van de Primaire Reflex en het neutraliseren van deze oorzaak.
• Het afvoeren van door de ongeremde aanwezigheid van de Primaire Reflexen ontstane stress.
De behandeling duurt doorgaans twee tot zes keer inclusief oefeningen die men thuis kan doen.
Voorbeelden van Primaire reflexen
Spinal galant reflex: De spinal galant reflex is een reflex die een baby ontwikkelt tijdens de zwangerschap. Als het reflex na negen maanden actief blijft resulteert dat in bedplassen, slechte concentratie, friemelig, gevoelig in de onderrug en beweging in de slaap.
Mororeflex: De mororeflex is een reactie van een baby op onverwachte veranderingen. Als het mororeflex actief blijft in het lichaam zijn de zintuigen overgevoelig.
Palmreflex: De palm reflex is de grijpreflex van een baby. Als de palm reflex in het lichaam blijft, heeft de jongere vaak last met schrijven, onvoldoende spierspanning in de mond, maag-darmklachten en vermoeide handen na het schrijven.
Asymmetrische Tonische Nekreflex (ATNR): De ATNR helpt bij de ontwikkeling van de oog-handcoördinatie van de baby. Kinderen waarbij dit reflex actief blijft hebben vaak dyslexie, schrijf- of rekenproblemen en de motoriek is uit balans.
Tonische Labyrint Reflex (TLR): De TLR zorgt voor de reflex van baby’s tussen hoofd en armen/benen. Als het reflex actief blijft geeft dit spanning in nek en schouders en resulteert dit in kinderen die op hun tenen lopen en/of moeite hebben met het evenwicht (vooral tijdens het klimmen).
Babinskireflex: Ook wel het voetreflex genoemd. Als het Babinskireflex actief blijft veroorzaakt dit schade aan de pyramidebaan, wat resulteert in kinderen die niet van lopen houden of niet recht op hun voeten kunnen staan.
Symmetrische Tonische Nekreflex (STNR): De STNR zorgt ervoor dat baby’s van liggend op de vloer naar de kruippositie kunnen gaan. Als de STNR actief blijft geeft dit moeilijkheden op school zoals concentratieproblemen, motorische en visuele problemen.